Klachtplicht in de horeca: het Nachtcafé-arrest uitgelegd
In Nederland wordt flink geklaagd. Over het weer, het eten, je collega’s en nog veel meer. Ook in de horeca wordt geklaagd, bijvoorbeeld door gasten. Ook werknemers in de horeca klagen. Maar wist je dat werknemers ook een plicht tot klagen hebben? Dat wordt hieronder uitgelegd.
Wie niet klaagt, die wint niet
In het Nederlands recht is vastgelegd dat een werknemer binnen een redelijke termijn, nadat hij een gebrek in de prestatie heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, bij de werkgever moet protesteren. Doet de werknemer dit niet, dan kan hij later geen beroep meer doen op dat gebrek. Dit noemen we de klachtplicht. Dus, wie niet klaagt, die niet wint.
Het Nachtcafé-arrest
Over de klachtplicht wordt inmiddels in het arbeidsrecht ook regelmatig geprocedeerd. Een werknemer van een nachtcafé klaagde bij zijn werkgever dat hij geen overuren kreeg uitbetaald voor zijn werk na sluitingstijd. Dit is in strijd met de Horeca-cao, aldus de klagende werknemer. Het nachtcafé stelde dat de werknemer zijn klachtplicht had geschonden, omdat al jaren op de loonstroken stond vermeld welke overuren werden uitbetaald. Het nachtcafé vond daarom dat de werknemer geen recht meer had op nabetaling van de overuren voor werk na sluitingstijd. De werknemer kreeg immers maandelijks zijn loonstroken met daarop de geregistreerde overuren die werden uitbetaald. Het argument dat de werknemer niet durfde te klagen, omdat hij bang was voor het verliezen van zijn baan als hij wel zou klagen, werd terzijde geschoven door het Gerechtshof Amsterdam.
De werknemer liet het er niet bij zitten en klaagde door bij de Hoge Raad. Hij stelde bij de Hoge Raad dat geen sprake was van “een gebrek in de prestatie”, maar van een geheel niet presteren. De werknemer was immers nooit betaald voor zijn werk na sluitingstijd. De klachtplicht was dus niet van toepassing, aldus de klacht van de werknemer bij de Hoge Raad. Ook hier klaagde werknemer echter tevergeefs. “Het niet volledig betalen van loon of een overwerkvergoeding is niet naar zijn aard het in het geheel niet verrichten van een prestatie”, zo overwoog ons hoogste rechtscollege.
Kortom, de werknemer had te lang gewacht met klagen en kreeg geen overwerkloon meer.
Werknemers die niet klagen, worden overgeslagen
Het Nachtcafé-arrest heeft werknemers wakker geschud. Werknemers die niet klagen, worden overgeslagen. Dus wordt in het arbeidsrecht steeds meer geklaagd. En omdat werknemers bescherming behoeven, wordt in het overgrote deel van de zaken door rechters geoordeeld dat werknemers niet te laat zijn met klagen.
Begin dit jaar oordeelde de Rechtbank Zeeland-West-Brabant echter dat een werknemer, die in een dienstrooster werkte, te laat was met klagen over het recht op loon voor overwerk. De werknemer stelde dat hij vóór en na het in- en uitklokken werkzaamheden moest verrichten. Maar omdat de werkgever dat door het lang niet-klagen niet meer kon achterhalen, was de klachtplicht geschonden.
De klachtplicht in het arbeidsrecht
Werknemers hebben een klachtplicht als zij aanspraak willen maken op bijvoorbeeld een overwerkvergoeding, toeslagen en andere beloningscomponenten. Het niet tijdig klagen leidt tot een verlies van recht. Er is dus een klachtplicht. Wie niet klaagt, die niet wint. Door het Nachtcafé-arrest heeft de klachtplicht in het arbeidsrecht een prominentere rol gekregen. Horecaondernemers hebben met het Nachtcafé-arrest een extra argument dat zij niet meer gehouden zijn tot uitbetaling van bijvoorbeeld een overwerkvergoeding, toeslagen en andere beloningscomponenten.
